De zomer is weer begonnen en het ongedierte komt weer uit alle hoeken en gaten gekropen. Ongediertebestrijding is een vak apart waar velen van ons zich liever niet aan wagen. Vaak wordt er gewerkt met gif dat het ongedierte doodt. Dit wordt echter langzaam verleden tijd. In 2030 moet in de land en tuinbouw namelijk 50% minder bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Nederland is dus opzoek naar goede alternatieven. Denk hierbij aan ongediertebestrijding door dieren of zelfs door drones.
Steeds meer ongediertebestrijding door dieren
Er worden steeds vaker andere dieren ingezet om ongedierte te bestrijden. Veel ongediertebestrijders vinden dit een betere, ecologische verantwoorde manier om ongedierte te bestrijden. Je moet hierbij wel weten welk dier welk nut heeft. Zo wordt er bijvoorbeeld op een camping met veel muggen gebruik gemaakt van visjes die deze muggen opeten. Zeker op een camping waar veel kinderen rondrennen is het gebruik van gif geen goede optie. Ook vleermuizen zijn heel goed in het vangen van muggen. Er zijn daarom ook ongediertebestrijdingsbedrijven die vleermuiskasten ophangen.
Voor de landbouwsector bieden vooral lieveheersbeestjes een uitkomst. Zij eten namelijk bladluizen.
Nieuwe ontwikkeling voor ongediertebestrijding met drones
Ongediertebestrijdingsbedrijven maken ook steeds vaker gebruik van drones als zij ongedierte bij landbouwbedrijven bestrijden. Er worden dan in de kassen sensoren gehangen die het ongedierte detecteren. Deze sensoren staan in verbinding met drones. Als deze drones een melding krijgen omdat er ongedierte rondvliegt dan komt de drone in actie. Binnen een paar seconden komt de drone in aanraking met het insect waardoor het insect sterft. Hiermee worden dus vooral de vliegende insecten bestreden. Het voordeel hiervan is dat als bijvoorbeeld de vlinder dood is, deze ook geen rupsen in de kas achter laat. Hierdoor wordt dus indirect ook het niet vliegende ongedierte bestreden.
50% minder bestrijdingsmiddelen
Door deze nieuwe opties is er dus minder gif nodig om ongedierte te bestrijden. Van 2016 tot 2020 werd op de teelt van leliebollen al 21% minder bestrijdingsmiddelen gebruikt. Door de ontwikkeling van deze nieuwe bestrijdingsmanieren kan een daling van 50% binnen 10 jaar dus goed haalbaar zijn. De sector waar het grootste probleem blijft bestaan is bij de potaardappelenteelt. In deze sector werd in 2020 44% van de bestrijdingsmiddelen gebruikt. Dat is bijna de helft van alle gebruikte bestrijdingsmiddelen. Maar als de leliebollen teelt het gebruik van bestrijdingsmiddelen met 21% kan laten dalen, dan kan de potaardappelenteelt dit ook. Het bereiken van de 50% doelstelling ziet er dus positief uit.
Wil je meer weten over ongediertebestrijding in de zomer? Je leest er hier meer over!