Hoeveel geld maakt je écht rijk (of arm)? Een nuchtere blik op ongelijkheid in Nederland

Wat betekent het nu écht als iemand zegt: “Die persoon is rijk” of juist: “Die leeft in armoede”? Het klinkt simpel, maar zodra je gaat graven, blijkt het allesbehalve zwart-wit. In Nederland is er wel een officiële grens voor armoede, maar rijkdom? Dat is weer een ander verhaal. Het CBS, economen en politieke denkers proberen er wel grip op te krijgen, maar dat blijft lastig. Je krijgt hieronder geen droge cijfers zonder context, maar een eerlijke inkijk in hoe ongelijkheid in Nederland er vandaag écht uitziet. Geen loze definities, geen dikke theorieën, gewoon een heldere uitleg van hoe het werkt, en waarom het je zou moeten interesseren.
Wat is armoede volgens het CBS?
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gebruikt sinds kort een iets vernieuwde definitie van armoede. Deze komt simpelweg neer op: als je na het betalen van je vaste lasten niet genoeg overhoudt voor de rest van je basisbehoeften (kosten voor huur, energie, zorg en bijvoorbeeld boodschappen), dan val je onder de armoedegrens. Verdere uitgaven, zoals bijvoorbeeld entertainment (een film kijken, een spelletje spelen bij het beste crypto casino, een dagje uit etc.) worden hier uiteraard ook niet bijgerekend.
De armoedegrens ligt daarnaast niet vast op één bedrag. Voor een alleenstaande in 2023 was het ongeveer 1510 euro per maand. Voor een gezin met jonge kinderen rond de 2500 euro. Wie pubers in huis heeft, moest richting de 2910 euro rekenen. Het nieuwe meetsysteem kijkt naar zogenoemde ‘referentiebudgetten’. Daarbij wordt per huishoudenstype bekeken wat minimaal nodig is om fatsoenlijk rond te komen. Klinkt logisch, maar er zitten wel wat haken en ogen aan.
Kleine marges, grote gevolgen: ook voor de groep boven de grens
Eén van de mensen die kritiek uitte op het systeem is politicoloog Tim ’S Jongers. Hij ziet zeker voordelen in het nieuwe model, maar waarschuwt ook voor een vertekend beeld. Zo werd eenmalige overheidssteun in 2023 meegeteld als structureel inkomen. En daar wringt het. Stel je krijgt een energietoeslag van een paar honderd euro, en die wordt ineens meegerekend alsof je elke maand dat bedrag extra hebt.
Dan val je dus officieel buiten de armoedegrens, terwijl je in werkelijkheid nog steeds elke euro moet omdraaien en zeker niet rijk bent.
Opvallend strakke marges: Ook de marges zijn opvallend strak. Volgens het CBS zou je met 2,80 euro per dag een gezonde, warme maaltijd moeten kunnen regelen. Klinkt mooi, maar probeer maar eens een fatsoenlijke maaltijd te koken met die bedragen als alles duurder wordt.

‘Net-niet-arm’: de vergeten groep
Misschien nog schrijnender dan de officiële armoede, is de groep die er net boven zit. Volgens cijfers uit 2023 zijn dat zo’n 1,2 miljoen mensen. Zij verdienen iets meer dan het officiële minimum, maar missen de buffers om financiële klappen op te vangen. Meer dan de helft van deze groep zit binnen 15 procent boven de grens. Dat betekent: een paar tientjes extra per maand en je bent ‘geen arme’ meer. Maar reken maar dat het eind van de maand voor hen net zo frustrerend is. Volgens ’S Jongers zou het woord ‘armoedegrens’ eigenlijk vervangen moeten worden door ‘diepe armoedegrens’. Het zou duidelijker maken dat ook de groep net boven die grens het bijzonder zwaar heeft.
Wat betekent het dan om ‘rijk’ te zijn?
Gek genoeg is het antwoord op die vraag nog veel vager. Er is namelijk geen officiële grens voor rijkdom. Geen lijstje van: als je zóveel hebt, hoor je erbij. Het CBS houdt zich daar ook niet aan vast. Tim ’S Jongers noemt het onderscheid liever anders: mensen met geld, en mensen zonder geld. En dat verschil zie je niet alleen op de bankrekening, maar vooral in hoe je leeft.
Wie geld heeft, kan uitbesteden: Denk aan huishoudelijke hulp, een oppas, eten laten bezorgen of juridische bijstand regelen. Daardoor ben je in de ogen van de overheid ‘zelfredzaam’, terwijl mensen zonder geld veel meer zelf moeten ploeteren.
Vermogen is niet altijd cash
ING-econoom Marten van Garderen maakt graag het onderscheid tussen bezit en liquide middelen. Je kunt op papier misschien tonnen waard zijn—bijvoorbeeld als je een huis hebt met veel overwaarde, maar dat betekent nog niet dat je elke maand ruim leeft. Rijkdom is dus niet alleen wat je op de bank hebt staan, maar ook of je je leven comfortabel kunt inrichten. Kun je zonder zorgen boodschappen doen, op vakantie gaan, of een onverwachte reparatie betalen zonder slapeloze nachten? Dan zit je al snel aan de ‘welvarende kant’.
Volgens van Garderen zou je eventueel naar de top 10 procent van de vermogensverdeling kunnen kijken als maatstaf voor rijkdom. Maar ook dat is arbitrair. Waarom niet de top 15 procent? Of 5? Er is geen harde lijn.

Rijkdom is relatief
Vergelijk je Nederlanders met mensen in landen waar nauwelijks een sociaal vangnet is, dan lijken we massaal ‘rijk’. Maar binnen onze eigen grenzen liggen die verhoudingen toch anders, en zeker in vergelijking met de rijkste landen ter wereld. Het gevoel van rijkdom is vaak vooral een vergelijking. Als jouw buurman een Tesla heeft en jij een oude Opel, voel je je misschien arm. Maar plaats je jezelf naast iemand met drie baantjes en geen spaargeld? Dan ben jij ineens de ‘rijke’. Het blijft dus een rekbaar begrip.
En misschien is dat juist het punt. Er is geen objectieve waarheid, alleen een maatschappelijk kader dat voortdurend verandert.
Perspectief in hoe we naar geld kijken
De manier waarop we armoede en rijkdom zien, hangt ook af van persoonlijke ervaringen. Wie nooit geldzorgen heeft gekend, kan zich moeilijk voorstellen wat het is om met tien euro de week door te komen. Omgekeerd geldt dat mensen die zijn opgegroeid met tekorten, vaak een veel scherpere blik hebben op geld en prioriteiten. Dat verschil in perspectief speelt een grote rol in het debat over ongelijkheid. En het verklaart ook waarom er zoveel misverstanden blijven bestaan over wat ‘genoeg’ is.
Wat maakt iemand dus “rijk” of “arm”?
Armoede in Nederland wordt steeds specifieker gemeten, maar er zitten nog steeds gaten in het systeem. Rijk zijn daarentegen is geen vast bedrag, maar eerder een gevoel of levensstijl en dat maakt het lastig meetbaar. Of je nu je geld op de bank hebt, in edelstenen of in crypto, uiteindelijk draait het niet alleen om cijfers. Het draait om vrijheid. Vrijheid om keuzes te maken, zonder constant af te wegen of je het kunt betalen. Dat is misschien wel de enige echte definitie van rijkdom die overeind blijft.







