De hypotheker in Lelystad ziet steeds meer dat mensen hun koopwoning in de stad verruilen voor een op het platteland. Het Kadaster meldt zelfs dat dit een landelijk gegeven is. Stedelingen kiezen daarbij vooral voor duurdere huizen, blijkt uit de cijfers over de woningmarkt in het tweede kwartaal. De uit de stad vertrekkende bewoners, kozen in het afgelopen kwartaal voor een woning dat gemiddeld 70.000 euro meer kostte dan dat van andere kopers in dezelfde gemeente.
Geen nieuwe trend
Het komt, volgens de hypotheker in Lelystad, al voor een geruimere tijd voor dat woningkopers wegtrekken uit de stad. Het tweede kwartaal was daarop dus geen uitzondering. 24 procent van de verkochte woningen in landelijk gebied, zijn gekocht door mensen uit een stad. Dat aandeel was een jaar geleden nog iets meer dan 20 procent. Het is dus geen nieuwe trend binnen de woningmarkt, al sinds 2014 worden relatief steeds meer woningen in kleinere gemeenten gekocht door wegtrekkende stedelingen.
Omslag in prijsstijgingen
Doorgaans kiezen de stedelingen ervoor om binnen de eigen provincie te blijven wonen. Dat is ook de reden waarom de dorpen, in de buurt van de grotere steden, steeds populairder worden. Denk aan dorpen als Hilvarenbeek (dicht bij Tilburg), Losser (in de buurt van Enschede) en Valkenburg (nabij Maastricht). Deels door de trek uit de stad stijgen de woningprijzen in de nabijgelegen kleinere gemeenten harder dan in de steden. De hypotheker in Lelystad stelt dat dit tussen 2013 en eind 2019 juist andersom het geval was.
Gemiddelde koopprijs hoger, maar aantal transacties lager
Eerder is al bekend geworden dat de gemiddelde koopprijs van woningen in het afgelopen kwartaal maar liefst 13 procent hoger lag dan in dezelfde periode vorig jaar. Het aantal transacties was echter opvallend genoeg laag. Namelijk 21 procent minder transacties dan in het kwartaal ervoor. Een kleine kanttekening daarbij is echter dat er in het eerste kwartaal extreem veel woningen zijn verkocht.
Wat is daar de oorzaak van?
Volgens het Kadaster zijn deze verschillen het gevolg van wijzigingen in de overdrachtsbelasting. Sinds het begin van april moeten starters op de woningmarkt tot 35 jaar overdrachtsbelasting betalen, op het moment dat zij een woning van meer dan 400.000 euro kopen. In de eerste maanden van dit jaar was dat nog niet het geval. Mede om deze reden wilden starters onder de 35 jaar nog vóór april een woning kopen.
